
Spreekwoorden: (1914)
Zijne handen van iets afwasschen,d.w.z. ‘verklaren dat men alle schuld aan eene handeling, die men als slecht of verkeerd en dus als eene zedelijke onreinheid beschouwt, van zich afwerpt, dat men er niet aansprakelijk voor zijn wil, maar de verantwoordelijkheid en de gevolgen ten laste van and...
Gevonden op
https://www.encyclo.nl/lokaal/10778

Spreekwoorden: (1914)
Zijne handen van iets afwasschen,d.w.z. ‘verklaren dat men alle schuld aan eene handeling, die men als slecht of verkeerd en dus als eene zedelijke onreinheid beschouwt, van zich afwerpt, dat men er niet aansprakelijk voor zijn wil, maar de verantwoordelijkheid en de gevolgen ten laste van and...
Gevonden op
https://www.encyclo.nl/lokaal/10778
Geen exacte overeenkomst gevonden.